Donderdag18 en vrijdag 19 juni 2015, van Amsterdam via Dubay naar Colombo..

Welgeteld 59 jaar geleden ( ik zeg tegen mensen dat het 50 jaar geleden is, 59 klinkt zo onbegrijpelijk) zette ik met mijn vader voet aan wal in Colombo. Ik herinner mij dat ik dat heel leuk vond. Al die drukte. Je moet je daarbij bedenken dat wij in een toen nog slaperig stadje, Balikpapan, woonden en dat dit voor mij ongekend was. Naar Jakarta gingen we alleen nog voor een transit naar Holland en dan beleefde je Jakarta vanaf de auto of bus en in Surabaja of Bandung kwam ik op weg naar de vakantiebunglow. Maar dan hier, Colombo, in het havenkwartier al die zwoegende mensen, karren, winkeltjes. Colombo heeft op die reis een diepe indruk achtergelaten. En ook vooral toen mijn vader een vel met Ceylonese postzegeIs voor mij kocht; ik was een fanatiek verzamelaartje. De reis met Emiraties begint niet echt voorspoedig. Het vertrek laat op zich wachten en pas na een half uur wordt er omgeroepen dat er een klein technisch probleem is en dat onze ingenieurs hard aan het werk zijn om het op te lossen. Na weer een half uur wordt omgeroepen dat het klaar is maar dat er nu nog wat papierwerk te doen is. Ook daar nemen ze een halfuurtje voor. Een en ander resulteert in het missen van de aansluitende vlucht in Dubai. Daar staat een mevrouw mij op te wachten met een nieuwe boardingpass voor de volgende vlucht en een tegoedbon voor een maaltijd, een drankje en een flesje water.

Emirates vliegt kennelijk af en aan hier in Azie want die volgende vlucht was al een paar uur later zodat ik toch nog diezelfde dag om 16:10 in Sri Lanka was. Het vliegveld van Colombo ligt niet bij Colombo maar bij Negombo, het leek mij dus handiger om daar te gaan slapen in plaats van een pokke eind naar Colombo. Daarom Seetha's hostel in Negombo, een klein rommelig stadje met een lange strip hotels, hostels en restaurants langs het strand. Ik denk in het seizoen erg druk maar nu ff niet. Niet echt een plek met blauwe zee en spierwitte stranden; strand is vies, de zee ook maar als je niet komt om te zwemmen zoals ik, is het anders: prachtige hoge golven die zich op het strand storten, harde wind, dartelende (zwerf) puppies, voetval en cricket spelende kinderen. Hoe krijgen ze het voor elkaar met deze wind. En dat alles met nog steeds een lekker temperatuurtje van een graad of 30. In de avond mijn eerste Sri Lankaanse Rice & Curry. Terwijl ik eet staat naast mij een kleine blanke in sari gehulde man te onderhandelen met de baas over de prijs van zijn maaltijd. Hij wil niet meer dan 250 rupees (1,75 E) betalen voor zijn maaltijd. Eerst zegt de baas nee, maar als de man wegloopt wordt hij terug geroepen en ik het akkoord. Hij komt naast mij zitten. Hij is Frans en heet Philippe. Hij woont al jaren in India ergens in een dorpje in de buurt van Bangalore maar moet ieder half jaar het land uit als zijn visum verloopt. En dan vliegt hij naar het meest dichtbij liggende buitenland; Sri Lanka. I hate Lanka, vertelt Philippe mij maar het waarom krijg ik er niet uit. Hij praat veel, half Engels half Frans. Hij is van mijn leeftijd maar echt veel ouder worden hoeft van hem niet zo. Het lichaam is immers maar iets tijdelijks en de moeite waard om in te wisselen voor de eeuwig levende ziel. By the way, ik zou ook eens moeten afstappen van die knellende broeken en net als hij een sari gaan dragen; free swinging balls! Ik trakteer hem op een cola en we zijn vrienden voor het wat hem betreft nog maar korte leven. Ik ben van plan aanzienlijk langer te blijven en nog veel meer Philippes te treffen . 

Strand in Negombo

 

 

Moet niet gekker worden:

Zaterdag 20 juni 2015, Negombo

Langzaam aan de dag begonnen na een extreem lange slaap, ruim 13 uur. Ontbijt van Seetha, al 29 jaar alleen, weduwe, en drie kinderen alleen moeten voeden en opvoeden. Ze heeft nog twee dochters over, haar zoon is bij een treinongeval omgekomen dus zij gaat nooit met de trein want dat maakt de herinneringen te zwaar. Ze is dag en nacht in de touwen, schoonmaken, tuin aanharken en gasten verzorgen; ze doet het alleen. Slapen doet ze op een matrasje in de woonkamer en als ik in de nacht naar de wc moet staat ze als direct naast mij om het licht aan te doen en de buitendeur van slot. Naarmate ik langer blijf zal ze merken dat ik mij goed red en vervalt de service. Het huis huurt zij maar zij is van de opbrengsten van het hoogseizoen een huis aan het bouwen vlak bij Colombo, in de buurt van haar jongste dochter. Daar gaat zij weer een hostel en een klein supermarktje drijven. En dat alles voor een zorgenvrije oude dag. Zorgenvrij is het nu geenszins; ze gaat zo naar de bank om Booking.com te betalen. Die brengen haar 12% in rekening van iedere boeking die via dat systeem is gemaakt. Dat is niet zo erg maar ze heeft nogal wat no-shows, gasten die wel hebben geboekt maar niet komen opdraven. Als je een geautimatieerd systeem hebt zoals in Stone, is dat geen probleem want dan geef je aan dat het een no-show is en dan brengt booking.com dat niet in rekening. Maar zij heeft dat niet en mot dus alles betalen, dus ook de fee voor de gasten die niet zijn gekomen. Waarom heb je zoveel no-shows vraag ik haar? Dat komt omdat mensen op het vliegveld een tuk-tuk nemen en dan mijn adres opgeven en dan zegt de tuk-tuk driver, O no, Seetha is closed, but I know better hotel. En better hotel betekent leuke commissie. Vandaar. Dan is het tijd om in de voeten te komen voor een rondtocht in Negombo. Naar de lege vismarkt omdat ik gewoon te laat ben, verder gelopen langs zee in de richting van het Nederlandse ouwe fort maar mijn weg wordt verspert door een gevangenis. Of ik weet niet hoe ik er omheen moet lopen, of het is gewoon de bedoeling. Op de zeewering staan wat wrakke bouwsels die er niet naar uitzien dat ze een beetje storm zouden kunnen doorstaan. Zwerfhonden en een nest puppies. Blote kindertjes die gestimuleerd door moeders het eetgebaar met hun handjes maken. Even verderop een jongen vn een jaar of twaalf die mij ongevraagd zijn piemel laat zien. Ik blij dat ik dat niet hoef. Op mijn weg terug spreekt een man mij aan met de alom gehanteerde openingszin: were are you from? Ik vind hem (hij heeft een Portugese achternaam die ik vergeten ben en is rooms. Ik noem hem maar Fernando) wel grappig en raak aan de praat. Het is warm en ik heb lang gelopen en een koud biertje zou er wel ingaan. Ik vraag hem waar een biertje kan gaan drinken. Biertje is een toverwoord want hij begint bijne te huppelen. Hij weet wel een goeie bar en door een paar achteraf straatjes komen we op een binnenplaatsje waar het woord bar prominent boven een deurtje hangt. Dat betekent dat de barman op zijn scooter moet klimmen om bier te halen. Zo werkt dat in een bar. Fernando is gay en dat is een geheim hier. Hij heeft een vriend maar ze kunnen niet bij elkaar wonen. De barman, zijn ouders, zijn broers, zijn zusters en alle mensen hier die zijn vrienden zij mogen dat niet weten. Maar ik, die bijzondere vreemdeling mag alles weten. Het blijft voor hem bij 1 biertje maar wel een met 8,8 % en dat is aan hem te merken. Hij moet perse meelopen naar Seetha maar kan niet zo snel. Bij Seetha vraagt hij of ik geld heb voor de tuk-tuk omdat hij moe is en dat hele eind terug moet lopen. Dat gaat mij net ff te ver. Niet dus. Of zijn gay zijn echt zo geheim is betwijfel ik; de volgende dag praat ik met een groepje tuk-tuk drivers die mij hadden zien lopen en hadden gelachen om Fernando die achter mij aan huppelde.

De Hollanders hebben hier zo een 100 km aan kanalen gegraven om hun handelsgoederen te vervoeren. Die kanalen worden nog steeds gebruikt.

Zondag 21 juni 2015, Negombo/Colombo

Nog: Fort, Harbor area, Pettah, Captain Wije en Joyce

Vanuit de trein Negombo - Colombo:

Maandag 22 juni 2015, Negombo/Colombo

 In de rij op Colombo Fort Station om een plekje in de trein naar Jaffna te reserveren. 2e klas want 3e is vechten voor een plekje en daar heb ik niet zo'n zin in voor een reis van zes uur. Reserveren is alleen nodig en mogelijk voor lange afstandsreizen. 2 plaatsen achter mij stond een Chinese man die in de rij stond voor een kaartje voor een nietzoverwegtrein. De behulpzame omstanders probeerdern hem uit leggen dat dit hett reserveringskantoor was en dat hij zijn kaartje gewoon aan het loket nummer zoveel kon kopen. Uiteindelijk kwam er een practig geklede dame het kantoor uit om het nog een sproberen uit te leggen. Uiteindelijk droop hij af, misschien naar het ticketloket, misschien omdat ij dacht fat er een algemeen verbod was voor Chinezen om treinkaartjes te kopen. Beetje Engels spreken op reis is eigenlijk best handig Nog: Kevin

Wat foto's Colombo. van boven naar beneden: Fort Station, Fort Area, Dutch Hostpital, Boulevard, Indische nimmerzat (echt waar), Het oude Stadhuys in de wijk Pettah, apartheid op Fort Staion, das echt jammer!

Fort Station:

 

Dutch Hospital:

Indische Nimmerzat

 

Dinsdag 23 juni 2015, Negombo - Jaffna 

Met de trein naar Jaffna, een rit van ruim zes uur vanaf Colombo. Maar daarvoor eerst met het stoptreintje van Negobo naar Colombo. Anders dan gebruikelijk een trein mey zowel 2e als 3e klas. Meestal alleen 3e op dit lijntje. Dus iedereen, ik ook, zonder te kijken ingestapt. Een zwerm conducteurs kwam vervolgens de 2e leegvegen; weg tuig, terug naar waar je hoort. De trein naar Jaffna vetrekt keurig op tijd; 11:50. Plekje bij het open raam, geen airco, prettige stoel, opklapbaar vleigtuigtafeltje voor mij, rijen ventilatoren boven mijn hoofd, fles water en een zak mangostan en niemand naast mij. Wat wil je nog meer. 2e klas is duur maar niet voor ons; 800 rupees voor zes uur treinen, een afstand van Utrecht naar Parijs voor 5 euro 60. Openbaar vervoer is sowieso meer dan betaalbaar. De stadsbus in Negombo 15 rupees, 12 cent, de trein van Negombo naar Colombo 40 rupees, 28 cent, en de dure luxe expressbus 110 rupees, 75 cent. De kosten voor de trein lopen onderweg wel op omdat je de vele zingende blinde bedelaars ook moet laten delen in je welvaart. en dat is gemiddeld zo een 7 tot 15 cent per blinde zanger. Opvallend hoeveel Sri Lankanen dat ook doen.

3e klas is goedkoop maar geen gereseveerde plaatsen dus overvol. 2e klas heeft wel gereserveerde plaatsen maar is wat duurder dus niet overvol. En dat levet een amusant kat en muis spelletje met de conducteurs op. Na Colombo zijn ze streng, zelfs 3e klas passagiers die in het halletje van de 2e klas staan worden naar hun 3e gestuurd. Maar als de conducteurs weg zij sluipen de brutaaltje terug en gaan op lege plekken zitten. Gaandeweg de reis geven de conducteurs op en raken alle lege 2e klas stoelen bezet. De lege stoel naast mij wordt door haar man toegewezen aan een traditioneel geklede dame, waarop meneer weer naar de 3e verdwijnt. Later zal hij terugkeren als er meer plek in de 2e komt. De trein is prima en de catering overweldigend; voortdurend lopen verkopers van koffie, thee en water langs en met de aangeboden eetenswaren kun je je hier in de trein al een diabetes voorsprong eten. Het landschap is groen, merendeel vlak, we rijden parallel aan de kust. Bossen, dopjes en rijstvelden wisselen elkaar af. Opvallend veel water, meertjes, waterloopjes. Naamate we meer in het Noorden komen lijkt het droger te worden. Hier en daar een pauw of zelfs een groepje. Ik moet nog opzoeken of pauwen hier in het wild horen te leven. Uiteindelijk komt de trein 2 uur te laat in Jaffna aan. Dat komt voornamelijk omdat we vaak moesten wacten voor een uit de andere richting komen trein en het is grotendeels enkel spoor.

23, 24 en 25 juni 2015, Jaffna
 

Waar komen de pauwen vandaan? Inderdaad, oorspronkelijk uit Sri Lanka en India. Vandaar dat ik ze vanuit de trein 'in het wild' zag.
Jaffna is een aardig stadje. Weinig auto's waardoor het prettig lopen is. Meer tuk-tuks (Three wheelers zeggen de locals) en bussen. Oversteken is dus geen probleem, ook niet in het iets drukkere centrum. Ook veel fietsen, volwassenen en kinderen. Ik hoop dat ze dat zo houden. Een stad zwaar getroffen door een tientallen jaren slepend etnisch conflict, uitmondend in een heuse oorlog die pas een paar jaar beeindigd is. De meerderheid van de Sri Lankase bevolking zijn Singhalezen, boedisten. De Tamils in het Noorden van Sri Lanka zjn nakomelingen van de koelies die de Britten uit Tamil Nadhu India hier naar toe haalden. En de Tamils zijn Hindoe. De etnische en misschien wel religieuse oorsprong van het conflict heeft tot tienduizenden doden geleid; ca. 600.000 Tamils zijn hun land ontvlucht en komen niet meer terug. Ook in Nederland herinner ik mij de Tamil vluchtelingen die in de tachtiger jaren in Amsterdam over straat liepen. Ook de stad heeft zwaar geleden waar de gevolgen nog overal te zien zijn; ruïnes, lege plekken waar de ruïnes al gesloopt zijn en overal kogelgaten in muren.
Afgezien van de oorlogschade is Jaffna opvallend groen. Veel bomen, zowel palmen als loofbomen, en veel laagbouw met mooie tuinen. Erg ruimtelijk en heel plezierig om rond te wandelen. Ook nog veel oude koloniale villa's; soms in goede staat hersteld, soms ten onder gaand aan een gebrek aan onderhoud en soms aan flarden geschoten.
Indrukwekkend is fort Jaffna. Naar gezegd is het een van de grootste Nederlandse forten in Azië en het is inderdaad mega groot. Ook hier veel oorlogschade omdat de opstandige Tamil Tigers zich hier verschanst hadden en er zwaar gevochten is waarbij de Sri Lankanen zelfs vanuit de lucht gebombardeerd hebben. Binnen de vestigwerken ligt dan ook vrijwel alles in puin. Alleen wat muren van de Nederlandse kerk staan nog overeind. Ook de vestingwerken zelf zijn zwaar beschadigd maar met financiële steun van de Nederlandse overheid wordt door 130 mensen hard en met succes aan het herstel gewerkt. Het is een wonderlijk gevoel, ronddwalen, want dat kun je hier ook echt, door een vesting zoals Naarden, Boertange of Sluis. En dat hier 350 jaar geleden Nederlanders rondliepen, aten, dronken, sliepen. Maar ook vochten tegen indringers (kwestie van perceptie, want eigenlijk waren zij juist de indringers), jong stierven aan tropische ziekten of zelfs vetrapt werden door een wilde olifant. Die VOC mentaliteit was voor de VOC'ers zelf volstrekt geen lolletje. Voor de bevolking viel het allemaal weer mee want, zo heb ik hier gelezen, de Nederlanders waren een flinke verbetering ten opzichte van hun voorgangers, de Portugezen. Bizar om te lezen dat wij zo een prettig volkje waren. Hangt er maar van af met wie je ons vergelijkt!
Vrijdagmorgen rustig ontbeten in het plezierige Green Grass hotel. Was boven mijn besloten budget maar in deze stad in (her)opbouw moeten de hostels nog komen. Hier kostte een redelijk luxe kamer mij 34 euro. Inclusief een fantastisch tuin-restaurant en zwembad. En met een uitgebreid ontbijtbuffet en beschamend aardig personeel. Die elkaar kennelijk op de hoogte hadden gesteld dat die meneer altijd wandelde. Want toen ik op de receptie vroeg waar het hoofdbusstation was, begon de ene receptionist mij te vertellen hoelang het met de tuk tuk zou zijn, interrumpeerde de andere receptionist hem met de mededeling dat deze gast altijd te voet ging. En zo geschiedde het.
Gelukkig hebben ze hier geen touringcars met AC maar gewone goede bussen waar alle ramen open kunnen. Dat is koel genoeg omdat het hier altijd waait (er staan zelfs windmolens aan de kust). Vandaag op weg naar Trincomalee aan de Oostkust. Een rit van zes uur voor de fabelachtige prijs van 380 rupees, twee euro vijftig. Nee, aan het OV ga ik hier niet failliet. Vanaf het waterrrijke schiereiland Jaffna door lege gebieden, soms groen, soms zand omdat de zee af en toe terugkomt. Door dorpen en stadjes. Nog steeds veel zichtbare oorlogschade ondanks de zichtbare pogingen tot herstel. Het beklemt mij, ik zie niet alleen brokken steen maar kom er niet onder uit te bedenken wat het voor de mensen hier heeft betekend.  

26, 27 en 28 juni, Trincomalee

Trincomalee is een langgerekt stadje aan de Oostkust. Er komen toeristen maar nu even niet of eigenlijk maar weinig. In juli en augustus, hopen ze. Trinco (in de volksmond) heeft zwaar geleden, van de oorlog maar ook van de Tsunami in 2004.  Bij die Tsunami komen in Sri Lanka bijna veertigduizend mensen om en nog eens viertienduizend worden vermist. De door zowel Tamil Tigers en het leger op het strand ingegraven landmijnen spoelen weg en raken onvindbaar. Mijn hotel, Shahira Hotel Nilaveli, wordt door de vloedgolf bijna geheel weggevaagd. Ik heb de foto's van de eigenaar gezien. En wat niet weggespoeld is kan in de oorlogsjaren daarna alsnog kapot geschoten worden. Bij de vele ruïnes staat geen bordje of het de tsunami of de oorlog was. En al die hulp dan die uit Nederland is gekomen? Ach zegt de eigenaar, dat geld zal wel in Colombo zijn gebleven. En nu dan in Dubai, bij de voormalige president. Mensen durven hier openlijk over corruptie op het hoogste niveau te praten. En ja, er zijn veel wegen en spoorwegen hersteld en aangelegd; beetje voor de weg, beetje in de zakken.  
Het strand van Nilaveli, ten Noorden van de stad is zoals je een strand zou moeten schilderen; wit zand, palmen en een schone zee. Veel wind en dus hoge golven. Is wel prachtig maar voor zwemmen wordt gewaarschuwd. Welgeteld 7 blanken, 3 stelletjes en een joggende man, en verder wel Sri Lankezen die gekleed de golven trotseren. Ik loop naar het Zuiden, richting de stad, over het stukje hard zand waar de golven uitrollen. Soms moet ik opzij springen maar soms ben ik te laat; zeewater in de schoenen. Had ik ze maar uitgedaan. Na een behoorlijke wandeling zie op op mijn gps dat het nog 13 km naar Trinco centrum is. Dat is bij ruim 32 graden een beetje teveel van het goede en ik steek door naar de hoofdweg en pak de bus naar Trinco. Weer 30 rupees, 21 cent, armer.
Trincomalee is in één opzicht heel bijzonder, er lopen herten in het centrum. Die dieren zijn door de gevechten in de Trincomalee omringende bossen letterlijk naar de stad gevlucht. En daar zijn ze  behoorlijk ingeburgerd. Vrijwel overal kom je ze tegen en ze zijn niet schuw. Soms snuffelen ze als niewsgierige geiten aan een hand als die wordt uitgestoken. Ze zien er overigens goed uit, beter dan de vele zwerfhonden hier. De dag dat ik hier aankwam wist ik al niet wat ik zag; op het drukke busstation wandelden drie met enorme geweien uitgeruste herten tussen de bussen. Dat is voor mij geen dagelijkse kost!

 

 

Trincomalee heeft één van de grootste natuurlijke havens ter wereld, hetgeen bij de Hollanders niet onopgemerkt is gebleven. Zij hebben bij de monding een groot fort aangelegd, fort Frederick, dat nog goeddeels intact is. De militaire bestemming is gebleven want nu heeft het leger er een basis. Gelukkig wel toegankelijk.

 

29 juni 2015, Dambulla

30 juni en 1 juli, Kandy

Vanuit de trein van Kandy naar Ella:

 

2 juli 2015, Ella

3 juli 2015, Udawalawa