Dinsdag 31 januari 2012, Christchurch

Dagje overblijven in Christchurch. Er is nog heel veel zichtbare schade aan gebouwen, woningen en wegen. Er zijn of moeten nog duizenden woningen en gebouwen gesloopt worden omdat ze niett te herstellen bleken. Hele flatgebouwen moeten gesloopt worden omdat de constructie niet langer betrouwbaar is.

Avon Backpackers ligt net buiten het centrum, vijf minuten lopen van Eastgate, een grote mall. Voor het ontbijt is het MacDonalds dag. In MacCafe bestel ik koffie en een stuk pumpkin quiche; uitzonderlijk voor een Mac. Even verderop is de (tijdelijke wegens de aardbeving) bibliotheek. Free internet om een ticket te bestellen en te printen voor de Trans Alpine, de trein naar Greymouth. Vervolgens neem ik maar eens de bus naar het station om te kijken waar dat is. De busschauffeur zet de bus halverwege stil en stapt uit om even een peuk te doen. Ik ga er ook uit, niet voor de peuk dus. Waar ik vandaan kom. Nederland. Welk deel van Nederland ik woon? Utrecht. O, zegt Bennie. Ik kom uit de achterhoek. Hij woont vanaf 1987 in Nieuw Zeeland. Ik had het kunnen aan zijn niet Nieuw Zeelandse accent. Hij heeft hier altijd met veel plezier gewoond maar het laatste jaar was een hel zegt hij. Hij is zijn huis kwijt en woont sindsdien met zijn vrouw bij zijn schoonmoeder in. Dat is niet het ergste zegt hij maar bij iedere naschok komt de hevige aardbeving van vorig jaar weer boven. Afgelopen december was er weer een hevige naschok van meer dan 5 op de schaal van Richter en zijn er weer gebouwen ingestort die er toch al niet best aan toe waren. Zijn eigen huis staat er nog wel maar is zwaar beschadigd. Zelfs de fundering moet vervangen worden omdat die op verschillende plaatsen gebroken is. Het zal nog wel enige tijd duren voordat zijn huis herbouwd zal zijn. En dan nog, je blijft bang dat het weer eens gebeurt.

In de avond komt een stel naar het hostel om te vragen of er nog bedden zijn. Niet, het is vol. Jammer zegt de vrouw tegen de Mike de eigenaar. Want dit hostel is laagbouw en ik durf niet meer in een gebouw met meer dan 1 verdieping te slapen.

Avon Backpackers wordt gerund door Mike en Irinka, een echtpaar van mijn leeftijd. Geen personeel. En dan is daar nog Jack. Jack woont in een caravan in de tuin en verricht hand- en span diensten. Dat doet hij met opgeruimd karakter en zonder tanen. En als hij je ziet: How are you doing, mate? Desnoods meermalen op de avond. Uiteindelijk begreep ik wat hij zei.

Drie slaapzaaltjes van 4 bedden en een 2 persoonskamer. In de tuin staan vier koepeltentjes. Dat kan ook nog. Gezellige boel, leuke lui de eigenaars.

Gelijk met mij is een Engels meisje aangekomen, Janet. Ze ligt op mijn dorm in het bovenbed. Ze is violiste en is na het conservatorium gaan reizen. Ze heeft vier maanden in Sydney gewoond en daar de kost verdiend door in Central Station viool te spelen. Met vergunning, die ze tot haar verbazing zonder veel poespas kreeg. Het was niet haar beoeling om op reis viool te spelen maar in Brisbane liep zij in een klein winkeltje tegen een viool van 150 Austr. $ aan en die kon ze niet laten liggen. En zo werd ze straatmuzikant. Op verzoek van een Frans stelletje in onze dorm speelt zij viool. Een prive concert op de dorm. Heel bijzonder.

Woensdag 1 februari 2012, Christchurch - Greymouth - Karamea.

Vroeg uit de veren want de Tranzalpine trein naar Greymouth vertrekt om 8:15 Vroeg op. Janet heeft een shuttle naar het station geregeld. Ik merk dat ik nog een beetje grumpy ben door de onzinnige ontvangst van immigratie. Ik kijk naar de dingen met een air van is dit het nou? Zal wel slijten. Met de trein is niets mis. Ruim en grote ramen. De voorste wagon is open en daar kun je staan en de nodige fotomomentjes genieten. En die zijn er genoeg. De trein slingert zich door de bergen, langs rivieren, over bruggen en tunnels. Athurs pass nemen we met een tunnel van een kwartiertje. Voor Arthurs pass is het landschap wat grijs; het doet droog aan maar aan de andere kant van de tunnel rijdt de trein een groene weelde in. Het is eigenlijk niet zo een lange reis, een uur of vier. Greymouth is niet bijzonder, wel een aardig 19e eeuws station. Volgende etappe is met de bus naar Westport waar ik zal worden opgehaald omdat er wel een bus naar Karamea rijdt, maar pas de volgende morgen. Das dus niet handig. De busrit naar Westport voert mij langs de kust, soms langs hoge kliffen. Een schitterende weg. Halverwege is er een pauze van 40 minuten om de passagiers de kans te geven de Pancake Rocks te bekijken, geologisch interessante rostformaties in een bulderende zee. In Westport staat Rick mij op te wachten. Het is een goed weerzien. De weg naarKaramea is minder spectaculair maar ook wel heel mooi. In Little Wanganui, een gehucht een kilometer of 10 voor Karamea, staan Laura en Jimmy te wachten voor de plaatselijke pub. Nieuw Zeelandser kan het niet. We proosten en iedereen doet mee. Achter het stuur of niet. Er is wel een politieagent in het dorp maar die is rustig zolang iedereen maar rustig blijft. Na de pub naar Ricks cottage. Groot land met een schatig huisje er op, alleen te bereiken via een hele steile gravelweg die met de auto maar net te besteigen is. Rick heeft geen electiciteit en geen waterleiding. Wel overvloedig regenwater die via een tank keurig zijn weg vindt naar de kraan. Van koken komt het vanavond niet meer; we eten brood met salami. Jimmy en Laura blijven slapen.

Donderdag 2 februari 2012, Karamea

Vandaag op weg naar Oparara Kahurangi National Park; eind lopen naar de Operara arches, een gigantische rotsburg die over een rivier "gebouwd" is. Daarna naar de grotten, waaronder de Crazy Caving Caves. Flinke wandelingen die ons vrijwel de gehele dag hebben bezig gehouden.

Vrijdag 3 februari 2012, Karamea

Vrijdag wasdag, koffiedag, chill out dag. Naar Laura haar huis. Daar wat ongelukkig gestoeid met de honden en een flinke kras in mijn wang opgelopen. Misschien wel even handiger om naar het medisch centrum te gaan. Dat was nog dicht dus in afwachting daarvan met Laura gelunched in het Karamea Village hotel, daterend uit midden 19e eeuw. Oud, mooi maar gewoon de lokale pub. De verpleegster die mij even later ziet zegt dat het er goed uit ziet, dat er niets gehecht hoeft te worden en dat het een oppervlakkige wond is. Ze maakt het schoon en voorziet mij van aangezichtspleister. Als het warm wordt of ik koorts krijgt moet ik terugkomen maar ze denkt het niet. Ik fiets op een leenfiets terug naar Rick. 

Zaterdag 4 februari 2012, Karamea.

Ik ga met Rick en Jimmy, Laura moet werken, de heuvel op het land van Rick beklimmen. Het is weliswaar maar 90 meter maar vaak erg steil, glibberig en sterk begroeid. Veel reuzenvarens zoal ik in Australie ook al heb gezien. Boven is het redelijk vlak maar wel een regenwoudachtige begroeiing. Hier komt niemand meer. Er liggen wel geitenkeutels. Volgens Rick is buurman Tex twee geiten kwijt en die zijn naar boven geklommen. Tex heeft in zijn jonge jaren een zig zag pad aangelegd naar het plateau op de heuvel. Rick vindt het begin. Dat zal makkelijker worden dan het op je kont naar beneden schuiven als we op het land van Rick blijven. Een stuk lager op een open stuk vinden we de twee geiten. Een vrijwel volgroeid lam dat nog steeds gevoed wordt. De geiten zijn volkomen tam en moeders laat zich met kennelijk genoegen aaien en voeren met zachte grasjes. Later is de bazin verbaasd dat wij ze zomaar konder benaderen want als zij dat proberen rennen ze altijd weg. De dochter die gevoed wordt is overigens een stiefdochter want haar moedergeit is dood gegaan.

Vanmiddag is het laag tij. In Little Wangamui kun je dan naar mosselbanken lopen en daar je maaltijdje bij elkaar plukken. Wel op tijd terug want anders kom je door het hoogwater niet meer terug. We gaan met locals, Stu en Kaia en hun beide teenage zoons Tjalvi en Laban. Klauterend over de rotsen terug op weg naar het huis van Stu en Kaia. Een beetje op het nippertje want we moeten om de rots al een eindje door zee waden. 

Mijn schoenen zijn door en doornat maar die kunnen het hebben. Stu stoomt de mosselen en maakt daarna gebakken mosselen. De dinerparty bij hun thuis ga ik missen want ik rijd met Stu en Laura mee naar  Karamea waar voor het Karamea Village Hotel waar in de avond een optreden is van de Karamea Sound Machine, het Djay collectief van Karamea. Bij het optreden van Raramei, de huisgenoot van Laura, speelt ze mee op de gitaar. Base and Drums met een funky gitaar. Apart en ze krijgen veel complimenten. Mijn diner loop ik niet mis want Kaia heeft het in de auto meegenomen, met bestek. Dat kan hier allemaal, op de tafeltjes van een restaurant je eigen spullen opeten.

Zondag 5 februari 2012, Karamea

Ik ontbijt met een beef and mushroom pie uit de supermarkt die ik lopend naar het Last Resort op eet. Laura werkt daar en gaat mij rondleiden. Iets andere regels als bij ons. Geen betegelde wanden in de keuken en houten planken rondom. Verder wel schoon. Geen spectuculaire dag, laid back, zoals het hier aan de West Coast hoort. Kwartierje later is hier geen punt, halfuurtje ook niet. Als je het hier aan je hart krijgt is het niet van de stress, waarschijnlijk wel van het overvloedig vette eten met bierspoeling. Wat kunnen die gasten hier innemen zeg. 

Maandag, 6 februari 2012, Karamea

Activiteitendag.Op de fiets naar Kohaihai, het Maori Kowhaiwhai, een boom met gele bloemen.Kowhai betekent geel maar ook zon.Fijn stuk fietsen langs de kustweg, een kilometer of 20. Fijne fiets ook, die van Kaia. De asfaltweg eindigt en gaat over in een dirt road. Ook goed te doen. Bij Kohaihai eindigt de weg. Wie verder wil moet lopen of mountainbiken. Kohaihai is tevens een vrije camping met alle faciliteiten. Toiletten, picnicplaatsen, BBQ's, en water. Kampeerauto's moeten een formulier in de bus gooien, das alles. 

Er kleeft een groot nadeel aan deze paradijselijke plek: sandflies, zandvlooien! En niet eentje, niet tien maar duizenden. Zo gauw als je ergens gaat zitten komen ze opzetten. Het zijn kleine vliegjes die behoorlijk steken. Ik, die nooit last heb van muggen, word tot bloedens toe gestoken door deze krengen. Ik heb geen deet meegenomen. Ook niet een van de lokale middeltjes. Er is maar 1 remedie, gaan lopen. Het is een uur lopen naar Scotts Beach, letterlijk over bergen en dalen. Door een woud van Nikau palmen, een plaatselijke specialiteit. De tocht vangt aan over een hangbrug die best stabiel zal zijn maar niet zo aanvoelt. 

Het strand is prachtig maar ook hier sandflies. Ik ben gaan liggen met mijn jack over mijn hoofd, mijn zakdoek ter afsluiting en mijn handen diep in mijn zakken. Wat moeten die stakkers die hier in korte broek lopen en in een T-shirt? Maar goed, veel te zien en oneindig goed voor mijn conditie. 's-Avonds White bait gegeten. White bait is de lokale specialiteit. (te) kleine visjes van een centimeter of twee die twee maanden per jaar in de riviermonden met schepnetten gevangen worden en een delicatesse heten te zijn. Ze worden als omelet geserveerd. Absoluut smakeloos. Niet vies maar goed dat ze in een omelet zitten, dan proef je in iedergeval ei. In Auckland wordt er 65 $ per kilo voor betaald. Alles proberen, dus dit ook. Terug met de auto; links rijden, links stuur, donker en de zeer steile helling bij Rick op. En dat gaat allemaal goed.

Intermezzo: om wat mogelijke misverstanden uit de weg te ruimen. Wat ze hier sandflies noemen heten eigenlijk New Zealand black flies. Zandvlooien leggen eitjes in de huid. De beesten hier niet. Het verhaal gaat dat toen Captain Cook hier kwam hij die krengen sandflies ging noemen, wat ze dus eigenlijk niet zijn. Maar goed, geen eitjes, toch uiterst hinderlijk!

Dinsdag 7 en woensdag 8 februari 2012, Karamea.

Rustige dagen. Vroeg op, beetje opfrissen en naar het dorp. Eten, rondlopen en -fietsen. Naar The Last Resort om koffie te drinken en te internetten. Er komt een helecopter aanvliegen en landt op een grasveldje vlak naast het resort. De piloot stapt uit en vraagt mij of ik van de staff ben. Niet dus. Hij brengt tassen van gasten die later op de dag in het resort aankomen. Beetje erg dure manier van spullen overbrengen. Ik raak aan de praat met hem. Hij heeft al op veel plaatsen gevlogen, ook in Indonesie. Of hij koffie van me lust. Graag en hij loopt terug om het monster uit te zetten. De handyman van het resort die ook koffie meedrinkt, vertelt dat er vorige week een heli landde met vader, moeder en kids die alleen even kwamen lunchen en daarna weer opvlogen.

Woensdagavond eten bij Nicky. Zij geeft les in timmeren en wiskunde op school hier. Nicky woont samen met haar labrador retriever Lucie boven Karamea in een meer dan 100 jaar oude spoorwegwagon die ze aan het restaureren is. 

Er moet nog heel wat gebeuren. De plek is prahtig en vanuit het terras dat ze voor de wagon heeft aangelegd heeft ze uitzicht over de lagune en de zee. Ook hier moet je voor je eigen water (regen), elektra (zonne-energie), verwarming (hout) en toilet (composttoilet) zorgen. Op een stuk grond van meer dan 20 hectare, grotendeels bos. Rick gaat haar helpen met een nieuwe zonne-installatie en het vernieuwen van alle bedrading. Kiwi eten, vlees, worst, meer vlees en sla. Lief en ongelooflijk handig mens. En niets is afgesloten. Overdag, als ze werkt, staat alles open want anders kan de hond er niet in of uit. En de stalen container naast de wagon, waar veel kostbaar gereedschap ligt, staat ook altijd open. Hier aan de West Coast heb je geen criminaliteit.

Donderdag 9 februari 2012 en vrijdag 10 februari 2012, Karamea.

Rustige dagen. Vrijdagmorgen met Rick over het land van de buurman naar boven gelopen, naar de waterval. Ver komen we niet want halverwege is een deel van de bergwand inclusief bomen naar beneden gekomen. De waterval kan ik net zien. Rick weet niet zeker of de waterval nou van hem is of van de buurman. Hij gaat dat nog eens precies uitzoeken. Donderdagavond een knotsgekke band bij The Karamea Village Inn. 

Zaterdag 11 februari 2012, Karamea

Zaterdag tutteldag. Was gedaan en onder de warme douche op de nabijzijnde camping. Rick heeft geen warm water, alleen een slang waar je overigens ook schoon van wordt.

Met zijn allen koffie en meer op het terras van The Last Resort. Ter afsluiting van mijn verblijf regelt Kaia kampvuur en eten op het schilderachtige strand van Little Wanganui. Rechts strand, links de riviermonding, achter de rivier de rotswand voor je uit de lawaaige en contant aandacht vragende golven. De hoeveelheid drijfhout is enorm. Er zijn meer mensen die hier kampvuren aanleggen. Of dat hier zomaar kan zonder vergunning? Pobably not zegt Stu, but who cares? Vandaag ben ik geen "man" vind Stu. Want hij gaat naar het rif om Paua's te plukken. Grote schelpdieren die uitzonderlijk lekker schijnen te zijn, als biefstuk. In NL kennen wij de schelpen wel; van het parelmoer van de Pauaś werden hier vroeger hippe lampen gemaakt. Maar goed, ik ga niet mee. Eerst door de rivier waden tot borsthoogte en dan soms door stukken zee om de rotsen heen. Geen zin in natte schoenen en kleren zo vlak voor mijn vertrek. Stu gaat toch maar mag per persoon er maar maximaal 8 meenemen. De Paua's zijn beschermd en de boete op meer per persoon zijn zeer hoog. En er is altijd een kans dat er een niet herkenbare ambtenaar van het Ministerie van visserij vraagt of hij even in je tas mag kijken. Ook voor mosselen geldt een maximum, 25 per persoon. Dat is geen probleem want de mosselen zijn hier mega groot.

Kaia heeft er wel wat van gemaakt, sushi, sla, brood met uit en tomaat en worstjes om boven het vuur te roosteren. Zelf eet ze geen vlees en dat kan want ze is Scandinavisch. Maar haar man en beide zoons zijn echte Kiwi's, dus vlees moet.

Intermezzo: de circushond. Het lijkt gewoon een lieve bastaard border collie. Slim; hij loopt met mij en Stu mee naar de rivier, waar Stu zich te water gaat laten. Bij de rivier gekomen lukt het de hond om mij duidelijk te maken wat hij erg leuk vindt; met water gooien. Dat vangt hij op. Sterker nog, hij doet er een salto achteraan. Met veel moeite lukt het mij een foto te maken van de in de lucht zwevende hond. De hond spreekt overigens goed NL; Zit (sit) en kom hier (come here) doet hij perfect. 

Flying Dog

We nemen afscheid; ze komen vast nog eens naar Europa. Ik rijd Laura, meer wijn dan ik, naar huis en dan terug naar Rick. Die slaapt al. Ik ga eerst nog wat lezen. Het was goed of eigenlijk, meer dan goed.

Zondag 12 februari 2012, Karamea, Nelson

Een rustige morgen, geen haast. Eerst vervolg van Maarten van Rossem, de Big Bang, laten voorlezen. Ik heb ook een aantal luisterboeken bij mij. Koffie en omelet met Rick. Tot ziens, wanneer en waar? Om twaalf uur ga ik Laura ophalen want zij moet per sot van rekening haar auto terug rijden van Westport naar Karamea. Tussen Karamea en Westport gaat de kustweg de bergen in en dat is heel leuk. Er is nauwelijks verkeer. Bij een mega uitzichtspunt stop ik om naar beneden en in de verte te kijken. Dan stopt de rode stationcar van Kaia die haar zoon Tjalve met zijn fiets ergens heeft heeft opgehaald. Gisteravond hebben we afscheid genomen en dan plotseling, zonder afspraak, in the middle of nowhere. Uit het niets verschijnt een Weka (spreek uit Wekka). Het is een kipachtige. Rank als een kriel, lange snavel en een loopvogel. Ik zou er bijna een stukje over kunnen schrijven, zo leuk vind ik die overal opduikende en niet schuwe weka's. De weka heeft geluk want Tjalve besluit zijn nootjes met hem te delen.

De Naked Bus van Westport naar Nelson rijdt tot Kawatri door het dal van de Buller River, Highway number 6. Tweebaans soms is er maar 1 rijstrook beschikbaar omdat de strook die uitgehakt of -gegraven is niet meer ruimte biedt dan 1 rijstrook. Soms met een stoplicht, soms gewoon met het rode en zwarte pijlen bord. Zo gaat dat ook met de meeste bruggen, ook 1 rijstrook. Het landschap is fascinerend, de snel stromende rivier, de steile oevers, het diepe groen. Niet uniek, ook Europa kent deze rivierdalen, maar daarom niet minder mooi.

Nelson is een havenstadje aan de Noordkust. Een wat grotere plaats. Het centrum met de winkels is een ghosttown, net als bij ons een winkelcentrum op zondagavond. Voor de bioscoop staan een man en een vrouw met elkaar te praten. Ik wil weten waar ik een restaurant kan vinden. Waar ik dan vandaan kom. Holland, O Yes, Amsterdam en dan vertellen ze dat Whitney Houston overleden is. Aan een overdosis. Net tevoren heb ik op nu.nl gelezen dat het niet bekend is waaraan. Hier, voor de bioscoop in Nelson weten ze het al. En ik kan daar vast over meepraten, gezien Amsterdam. Weer eens wat anders dan tulpen en klompen nietwaar? Ze leggen mij uit waar ik moet zijn om nog wat te eten. En ja, daar zijn wat Thaise restaurants open. Ik stort mij op de Khao pad kai, nasi goreng met kip. En om nog dwarser te zijn, een potje jasmijnthee. Eindelijk geen bier, Fish and Chips en meer bier meer. Daarna nog even naar de supermarkt die gelukkig tot 10 uur pm open is, ontbijt kopen; rijstcrackers, humus, blauwe bessen, bananen en jus. Wat een verandering.

Maandag 13 februari 2012, Nelson

Nelson is en aantrekkelijk plaatsje met nog veel historische gebouwen en gezellig (winkel) centrum. Het centrum is vlak en loopt dan bij de Victoriaanse kathedraal omhoog. De kathedraal ligt in een park met oude bomen uit alle windstreken. Voor de kathedraal zit een jongen te lezen met zijn rode kater aan een riempje. De kat heeft het niet zo op lezen en wil permanent aandacht en aanhaal. Ik raak aan de praat als kattenvaders onder elkaar. Geeft toch een band nietwaar. Ik vergeet een foto te maken.

Schattige huisjes en dito winkeltjes. Ik loop her en der binnen. Ook prachtige cafeś, vaak chic en trendy. Heel wat anders dan de pubs aan de Westcoast.

Ik heb een opmerkelijke ontmoeting. Jann, een zeer verzorgde dame die veel gereisd heeft. Ook met haar kinderen. Die hebben zelfs nooit een lagere school gezien. Ze heeft ook drie jaar met haar kinderen in een camper door Europa getrokken. Veel gezien, veel meegemaakt, ook hele nare dingen.Wijzer geworden, niet milder.Zij vertelt mij over Nieuw Zeelanders die niet willen werken, Maori's die in de watten worden gelegd, het huiselijk geweld en sexueel misbruik van kinderen onder Maori's, immigranten die wel gek zijn om te gaan werken omdat ze toch een uitkering krijgen. Ik probeer wat argumenten tegen, zo van kijken naar de positie onderaan de maatschappelijke ladder en hoe dat mensen tekent, maar dat helpt niet. Hirsi Ali (schreef je dat zo) is haar favoriet, deels omdat ze zich afzet tegen de islam, en dat ken ik vanuit NL, deels omdat zij zich inzet voor vrouwen, en dat waardeer ik. Jann stopt met haar vrijwilligerswerk voor vluchtelingen uit Bhutan. Teleurgesteld. Naar China gaat ze niet om wat China de Tibetanen aandoet. Ze is vegatarier en overtuigd tegenstander van de pharmaceutische industrie en voor beiden valt wat te zeggen. Ze loopt, vorig jaar 800 km naar Santiago de Compasello, ze rent, dagelijks de berg op waar zij tegenaan woont, rookt niet en drinkt max 2 glazen wijn per dag. Goed voorbeeld doet goed volgen. We sluiten de ontmoeting af in een Indiaas restaurant; vega. Ik paneer, spinazie met cottage cheese. Nu, paar jaar na India, smaakt het me weer. En een sweet lassie, een zoete yoghurtdrink.

We rekenen af, ieder apart, net als de wijn en Jann spoed zich huiswaarts in haar zwarte Mercedes cabrio.

Dinsdag, 14 februari 2012, Nelson - Picton - Wellington 

Alweer de "Naked Bus" naar Picton. De bus rijdt een hele tijd langs de kust, een soort waddengebied. Het is laag water dus het ligt droog. Achter mij zit een groep Duitse meisjes te kakelen. Dat ze niet zien waar ze rijden kijk ik niet meer van op. Ze lezen hardop recensies die ze vanuit een of ander gat ten deel zijn gevallen. Ik kan er niets aan doen, maar hard Duits praten irriteert me nog steeds een beetje, zal wel niet meer over gaan. Ik doe de oordopjes maar in en zet de Rolling Stones op; een zegen. Wel landschap, geen gekakel. De bus rijdt de bergen in. Veel schapen op de berghellingen. Verderop hangen de wolken rond de bergtoppen. De oordopjes kunnen uit, ze zijn moe geworden van hun eigen gekakel. Na ruim drie uur rijdt de bus Picton binnen. De boot naar Wellington is een belevenis. Ruim een uur vaart de boot vanaf Picton door een fjord, links en rechts bergen. Bij het naderen van open zee gaat het hard waaien en wordt het behoorlijk fris.

De overtocht duurt ongeveer drie en half uur. Wellington ligt aan een baai, tamelijk diep het land in. De stad komt langzaam nader. Aan dek kom ik in gesprek met een meneer die natuurlijk wil weten waar ik vandaan kom. Hij komt oorspronkelijk uit Engeland, even ten zuiden van Londe. Hij is bijna 30 jaar getrouwd geweest met een Duitse dame. Nu heeft hij een Britse dame. Das beter, ze snappen elkaar tenminste. Ik zwijg maar. Want ik snap het ook. 

   

De laatste rotsen van Zuid Eiland

 

Wellington

In Wellington heb ik een hostel. De voor mij aantrekkelijk couchsurfing adressen lagen allemaal buiten het centrum. En ik heb inmiddels een beetje stad nodig. Wat is dat trouwens goed; lopen door de drukte, op het voetgangerslicht wachten terwijl een trolleybus voorbij zoeft. Het hostel is pal in het centrum en zit in een prachtig oud pand, Nomadscapital backpackers. (  http://nomadshostels.com/hostels/new-zealand/wellington-nomads-capital) Ik ben jaloers. In de enorme bar is het happy hour tussen 6 en 7. Dan krijg je het bier niet goedkoper maar met een voucher krijg je een gratis snack. Vandaag een bordje pasta met kaas en groenten. Niet gek. Om de hoek van het hostel begint Cuba street, de eet en winkeltjes straat van Wellington. De keuze is snel gemaakt; Maleisier; nasi lemak met drie satehtjes erbij. Lucky me! 

Woensdag 15 februari 2012, Wellington

Goed geslapen, wel erg hoog bunk bed. De jongelui liggen natuurlijk weer allemaal beneden. Hoogtevrees denk ik. Het hostel is groot en mooi genoeg om er een mooi hotel van te maken; er is zelfs een lift. Kennelijk brengt het als hostel toch meer op dan als hotel. Ik heb ook wel de indruk dat er hier veel meer backpackers zijn dan in Utrecht. Ik ga nog een foto maken van de voorzijde. Het trappenhuis nodigt in ieder geval uit om de lieft niet te gebruiken.

Ik begin met een wandeling naar de cable-car. Het heeft rails en gaat omhoog. Een van de oudste cable-cars, 1902, (funiculairs) die er nog zijn. De voorgaande door mij genoten funiculairs in volgorde van 1ste gebruik: Lugano (Zwitserland), Haifa (Israel), Santiago de Chile (Chili) en Penang (Maleisie). Misschien vergeet ik er eentje. Enfin, je gaat omhoog, het trammetje is scheef gebouwd zodat je alsnog recht kunt zitten. En ze zijn met zijn tweeen, aan een kabel. De een trekt de ander omhoog en weer omgekeerd. Boven op de heuvel heb je een prachtig uitzicht over Wellington en de baai.

In het Cable-car museum zijn nog twee gerestaureerd cable-trams van 100 jaar geleden. 

   

De 1e, 1902

 

En 1904

De cable-car komt uit bij de bontanische tuin van Wellington. Afgezien van de bijzondere bomen en planten is het gewoon een heel mooi park. Als ik wat te drinken en te eten neem in een theehuis wordt ik zo ongeveer aangevallen door een leger mussen. Wel vertederend: 

   

 

 

 

Als ik verder naar beneden naar de stad loop liggen links en rechts zerken. De oude begraafplaats; waar de mensen die stierven in deze wijk en de nu nog bestaande koloniale huizen begraven liggen. Een Public part en een Jewish part:

   

 

 

Hier ligt Salomon Levy

 

 

Het leven was kennelijk niet gemakkelijk, veel mensen stierven jong. Ook veel kinderen. Hannah nog geen twee, Agnes 8 jaar, Margaret 10 jaar, John 10 jaar en Edith 6 jaar. 

Verder door de stad, het havenfront. Nel als iedere andere stad met een oude haven proberen ze er hier ook wat van te maken. Oude loodsen zijn opgeknapt en herbergen peperdure restaurants. Ik ga naar Te Papa, het nationaal museau van Nieuw Zeeland. Veel geschiedenis en beelden daarvan, zowel van de oorspronkelijke bewoners als van de immigranten. Onderhoudend en aan te bevelen:

Tai timu, tai pari, Tainui: Journey of a people tells the epic story of Tainui – New Zealand’s largest tribal grouping. The Tainui people invite you to journey with them, from their origins in East Polynesia to their lives in present-day Aotearoa New Zealand and beyond.

Follow the courage and resourcefulness of their early ancestors, who voyaged across the Pacific to establish themselves in Aotearoa New Zealand. Admire the resilience and adaptability of subsequent generations in facing the challenges that confronted them, especially the arrival of European settlers. Marvel at the stories of their inspirational leaders and taonga (cultural treasures).

Donderdag 16 februari 2012, Wellington - Auckland

Vroeg op vandaag maar dat kan niet anders want de trein naar Auckland, The Overlander, vertrekt om 7:25 PM en de volgende pas weer een dag later. Zomers rijdt deze trein 7 keer per week, in de winter maar drie keer. Veruit de meeste passagiers zijn toeristen. Kiwi's kruipen liever zelf achter het stuur. 

De spoorwegen zijn in de jaren negentig geprivatiseerd. dat werd een ramp (denk maar aan Engeland) en inmiddels is het spul weer door de staat terug gekocht. De spoorwegen zijn dringend aan herstel toe. Dat is af en toe letterlijk te voelen en te zien aan de rails. Waar bovenleiding ligt, moet het vervangen worden. De rijtuigen van The Overlander zijn 70 jaar oud. Af en toe stopt de trein en dan loopt de machinist langs de wagons en checkt. Safety checkup roept de conducteur om. Ja, ja. Voor mij maakt het niets uit. De trein, kronkelt, stijgt en daalt dat het een 

lieve lust is; de grote ramen bieden een onvergetelijk zicht op dit hobbelend en vooral lege land; tig zo groote als NL en nog geen 4 miljoen inwoners. En dat is te zien. Waar geen bomen staan, is gras. En waar gras is lopen schapen. Duizenden. Die zetten het op een lopen als dat grote enge beest er aan komt. Grrot maar niet lang. De trein bestaat maar uit drie rijtuigen, waaronder een restauratie. De trein stopt regelmatig, tot grote vreugde van de rokers. In Tongariro National Park moet de trein naar het dal; dat gaat niet rechtstreeks en daarom kurketrekkert/draaikolkt de trein zich door een paar tunnels naar beneden. Op het laagste punt aangekomen staan we even stil. Boven ons zien we het spoor waar we vandaan kwamen; waar de draaikolk begon.

 

      

Viaduct

 

Diep, heel diep

 

Het uitzicht

 

Vrijdag 17 februari 2012, Auckland

Zo, de eerste kennismaking gisteren is bevallen. Stad is stad. Vandaag heb ik een route uitgestippeld net buiten het CBD (Central Business District) om te kijken of daar wat meer oud te zien is. Op Queens street, een belangrijke winkelstraat, ga ik linksaf Vulcan Lane in, een oud straatje met mooie pubs.

 

   

The White Lady, snackcar

 

Fort Street

 

   

Fort street

 

Vulcan lane

Over het universiteitsterrein het mooie Albert Park in. De bloemperkjes worden secuur bijgehouden; de mini anjers die uitgebloeid zijn afgeknipt, bloemetje voor bloemetje. 

   

Albert Park

 

Oud huis Princes street

 

   

Voormalige synagoge, Princes str.

 

Idem, interieur

 

   

meer interieur

 

En vanaf de Sky tower

In Albert Park gaat mijn siesta in; onder een boom want de zon is hier heerlijk onbarmhartig. Het park ligt vol met studenten, de universiteit ligt aan het park. Uitgerust weer op pad; straatjes en het volgende park, Meijers park.

Meijers Park is een mooi oud park met prachtige palmen. Het is alleen heel erg jammer dat aan het park hoge appartementen zijn gebouwd. Waarschijnlijk voor veel geld verkocht:" met uitzicht op Meijers Park". Denk ik zo. Gewoon maar niet opzij kijken, Sammy kijk vooral niet omhoog! Aan het eind van Meijers Park gaat een trap omhoog. Die trap komt uit in St. Kevins Arcade. 

 

 

St. Kevins Arcade is een prachtige oude winkel gallerij met tweedehands winkeltjes, met een kleermaker, jonge kleding ontwerpers en cafeetjes met gezond eten. Het grootste cafe biedt aan het eind van de Arcade vol uitzicht over het park (niet omhoog kijken dus). Gezond wordt het, mijn lunch. Yoghurt, fruitsalade en muesli. Terug naar het hostel. Eten bij de Thai in een foodcourt naast het hostel. Daar is alles op een rijtje; hostel, supermarktje, 24 uur internetcafe, foodcourt, trendy cafe. 's-avonds heb ik een biertje verdiend. Terug naar Vulcan Street met de mooie pubs. Het wordt Belgian Beer Cafe The Occidental. Niet vanwege het bier maar er speelt een steengoeie rockband. Jonge gasten maar ze spelen vooral klassiek; Jimi Hendrix, Beatles, Beatles, Led Zeppelin en ..... Rolling Stones. Daarmee krijgen ze de tent op zijn dak. Niemand zit meer stil. Wie nog eens in Auckland komt, Vulcan Street; Belgian Beer Cafe. Hebben Stella Artois, Witbier en meer op de tap. Kiwi's lusten er wel pap van heb ik gezien.

Zaterdag 18 februari 2012, Auckland

Vandaag rijden de treinen niet. Is wel een beetje jammer want ik had een rondje Auckland willen doen. Maar ja, er wordt gewerkt. Geelectrificeerd zogezegd, onder de draad gebracht. Nu rijden alle treinen, dus ook het metronet, met diesel locomotieven. En dus ook onder de grond. Eerlijk gezegd had ik daar nog niets van geroken. Ander dagprogramma. 

Gezellig met elkaar op de publieke zitzakken

Verwendag, laatste dag in NZ. Eerst een brunch op het terras aan het water. Dan maar eens de ferry pier opgezocht. Reourtje Waiheke Island. Waiheke ligt in de baai van Auckland en is niet echt klein. Er zijn wijngaarden die zo ongeveer de duurste wijn van NZ opbrengen. Een wijnproeverij is daar niet gratis maar je moet betalen om mee te mogen doen. Malle lui. 

 

      

Ook grotere zeilschepen

 

Het bovendek

 

Auckland vanaf het water

 

Maar de tocht er naar toe over het water is prachtig. Langs eilanden, door en langs en soms net niet over honderden zeilboten en motorboten, groot en klein, die hier de koelte op het water zoeken. Op de ingevoegde kaart kun je ook duidelijk een van de ca. 50 uitgedoofde vulkanen zien waar Auckland op gebouwd is. De laatste uitbarsting is alweer 650 jaar geleden. Maar borrelen zal het ondergronds best doen.

Op Waiheke is een uitgebreid busnet. Ik kies ervoor te gaan lopen over een van de uitgezette paden. Die worden goed onderhouden maar het zijn niet de keurige wandelpaden zoals wij die regenkomen in het bos. Soms moet je bukken, soms is het pad maar drie voeten breed en heel vaak stijl omhoog en omlaag. De herrie van de krekels is oorverdovend. Thuis ga ik het opgenomen geluidje op de site bijvoegen. Als ik het tenminste niet vergeet. Aangekomen in Oneroa Bay verwen ik verder. Ik ga op een van de mooiere decks zitten en laat mij koele witte wijn en een schaaltje olijven brengen, uitkijkend over de baai met de zwemmende, drijvende, ankerende en kanoende mensen. Wit strand, rotsen, veel groen, palmen. Zo dus. De dag kan niet meer kapot en dat gaat niet meer gebeuren ook.

 

      

Een van de vulkanen

 

Op Waiheke Island

 

In de verte Auckland

  

   

Oneroa Bay

 

Mijn deck!

Zondag, 19 februari 2012, van Auckland naar Singapore

Ja, dat had ik gedacht. Eindelijk wordt het vliegtuig naar achteren geduwd om te vetrekken en dan houdt alles weer op. Kleinigheid wordt omgeroepen, er is iets met het neuswiel en daar wordt een monteur bijgehaald. Die kan het echter niet maken omdat er een onderdeel niet voorhanden is. We zitten dan bijna twee uur te wachten. Iedereen er dus weer uit. Weer Nieuw Zeeland in, dus langs immigratie en douane, bagage ophalen en melden voor vervolg bij balie 75 en 76. Ik hoef gelukkig nooit naar de bagageband dus ik sta vooraan bij 75. Ik mag kiezen, regel ik zelf nachtopvang of doen zullie dat. Zullie; shuttle naar Star Park hotel, diner, omtbijt en shuttel terug voor vliegtuig van 9:00 AM de volgende morgen. Mij best. Hotel is vele malen luxer dan ik gewend ben zelf te regelen. Ik doe samen met een Chileens echtpaar, Jorge en Gloria, waarvan alleen Jorge wat Engels spreekt. Dat is niet handig als er allerlei dingen fout gaan. We drinken samen, met nog wat lui, en we eten samen. Al met al een zeer geslaagde pechdag!

Zondag, 20 februari 2012, van Auckland naar Singapore

Maar nu echt. JetStar, de low budget maatschappij van Qantas, blijft verontschuldigingen maken voor de delay. Bij het inchecken krijg ik een (troost)voucher van 10 NZ$ om te besteden aan koffie of wat dan ook op het vliegveld. En het houdt niet op. Tijdens de vlucht kijgen we gratis (zit anders niet in de prijs) twee maaltijden en twee drankjes, alweer ter compensatie en met heel veel verontschuldigingen voor het gebeurde. Er wordt geklap voor de aankondiging. Tenslotten krijg ik ook nog een voucher van 100 NZ$ waarmee ik korting kan krijgen op een toekomstige vlucht van JetStar. Jeetje, uiteindelijk doen ze veel meer dan je in redelijkheid van een low-budget airline in redelijkheid mag verwachten. In Singapore draag ik Jorge en Gloria ordentelijk over en we nemen Zuid-Amerikaans hartelijk afscheid. Jorge gaat me mailen.

In Singapore heb ik een hotelletje genomen in Geylang, de hoerenbuurt van Singapore. Het is een voor mij leuke buurt. Wel Chinees maar niet zo een tourist trap als de echte China-Town. Veel eethuisjes en winkeltjes en gelukkig ook nog veel traditionele Chinees-koloniale laagbouw. En per slot van rekening vallen de meisjes je niet lastig, in ieder geval zeker niet meer dan taxi chauffeurs in andere delen van Azie! Kiezen waar ik moet gaan eten is razend moeilijk als zo ongeveer om het andere pand een restaurant is. Uiteindelijk wordt het toch gewoon nasi lemak, waar je naast de cocosrijst kunt kiezen wat je er nog meer allemaal bij wil hebben. En dat reken je dan af, afhankelijk hoeveel bijgerechten je neemt.

Maandag, 21 februari 2012, Singapore

Niet echt veel. Gezellig beetje rondlopen. Naar het echte, meer toeristische Singapore. Internetcafe. Ontbijt met koffie en wonton soep.

 

...