Dag 13, donderdag 26 maart 2009, Kamelensafari, Jaisalmer

De kamelensafari wordt korter, dus we vertrekken ook later. Ook maar een enkel rondje kameel; de volgende dag gewoon met de bus terug. Daarover later meer. De morgen doorgebracht met rondje stad; India telefoon opwaarderen, rondlopen, lastig gevallen worden, opnieuw lastig gevallen worden, nieuw petje kopen, naar boven het fort in en in het fort wat gegeten en gedronken.Over dat lastig gevallen worden. De mensen zijn hier buitengewoon hardnekkig, no is een begin van een nieuwe poging en daar lopen ze graag een heel eind voor mee. De vragen “where are you from” en “what is your name” beantwoord ik inmiddels met gelijkluidende wedervragen en dat schept enigszins verwarring. Ik heb nog niet het idee gekregen dat er iemand zou rondlopen die werkelijk geïnteresseerd is in hoe je heet en waar je vandaan komt. De hoofdvraag is hoe komt het geld los uit deze homp vlees. En maar zelden dat iemand vriendelijk blijft als het geld er niet van af valt. Dat is met het geven van fooien; het is nooit goed. Vaak een ijzige bek of ronduit “more”. Ook mensen die feitelijk alleen een zelf beleefde dienst hebben verricht zoals snel in de lens van de camera schieten. Ook elementaire beleefdheid is een lastig punt. In het Vodafone winkeltje, waar we het beltegoed moesten opwaarderen, lopen voortdurend mensen binnen die zonder wat te zeggen voordringen, hun verhaal aan de baliekluiver doen, met spoed en dus tussendoor geholpen worden en vervolgens zonder dank je wel of goedendag weer vertrekken. En de man achter de balie kon daar niets aan doen want, zo liet hij mij weten, hij was maar alleen en het was zo druk. Ook bij de studenten wekt het de nodige irritatie dat hun enige identiteit hier is verworden tot die van een wandelende money machine. Een student die lang in de Filipijnen heeft gewoond zei dat hij het heel vervelend vond dat mensen die nog nooit in Arie waren geweest nu misschien denken dat heel Azië is zoals India. Zelfs bedelende kinderen beten een studente die ze een koekje aanbood toe: Money, no biscuits! Can I help you Sir is altijd de inleiding tot help me. Misschien zitten we in een verkeerde hoek, misschien te veel toeristen gewend, maar ik voel mij geïrriteerd over het voortdurende gezeur om geld en om meer. Meer klachten? Ja eigenlijk wel. Het eten. Een enkele keer heb ik behoorlijk gegeten, veel vaker was het smakeloos, of gewoon echt bagger. Vandaag eigenlijk voor het eerst echt lekkere soep gegeten. Nu kreeg ik ook echt waar ik om vroeg, Indian style. De mevrouw maakte zich nog wel even zorgen maar heeft het toch gedaan. Kruidig, veel groenten en lekker scherp. O ja, en bij Gravis, was het eten ook prima, echt kruidig en redelijk scherp. Maar dan nu toch de kamelensafari. De bus stopt langs de weg en een aantal kamelen moeten beklommen worden. Overigens geen kamelen maar dromedarissen. Dan volgt een rondje woestijn. Met zijn tweeën op de bult. Maar anderhalf uur. Blij dat het niet langer was. Ik zat voor en daar zat een houten pin om je vast te houden bij stijgen en dalen. Maar die priemde in mijn buik. Hand om de pin om buikschade te voorkomen. Verder een stalen reet. De student achter mij zal nog lang vruchtbaarheid problemen houden. Ja natuurlijk was de omgeving mooi, steen afgewisseld door zandduinen. En de dromedaris heel lief. Mocht van zijn meelopende baasje niet ieder struikje behappen wat hij tegenkwam. Onderweg en woestijnvos gezien en herten. De geiten, schapen, honden en koeien tel ik niet meer mee. Die zijn te gewoon geworden. De moraal van dit verhaal? Als je iemand niet mag, raad dan gerust een kamelensafari aan. Mag je iemand wel? Raad dan aan om naast de kameel het rondje woestijn te maken. Of misschien een kwartiertje te zitten en de rest te lopen. Want het is wel mooi en bijzonder. Overigens is kamelensafari ook wel een heel groot woord voor een anderhalf uur durend rondje ponyrijden op een dromedaris. En dan het tentenkamp. Tenten, strak gespannen op een getegelde vloer. Met terras en achterin de tent een heuse badkamer met warm en koud stromend water, toilet en wastafel. Hoe gek kun je het voor toeristen maken. In de avond zouden we vermaakt worden; dat hoorde bij het programma. Muzikanten en twee mini danseresjes. Iedereen gezellig meedoen. Behalve vier Amerikanen, die chagrijnig zaten te zijn achter hun cola. En dus ook niet meedoen. En dan......, komt het eind van de avond. Een van de studenten stelt voor om even met de pet rond te gaan voor de muziek. Het verzamelde geld wordt direct door de leider openlijk geteld. Dan gaat de leider naar de chef van het resort, die gaat naar de chauffeur (want die spreekt Engels) en die met de troep achter zich aan weer bij ons. De tip was te weinig want zij waren per slot van rekening met 10 mensen. Op aanraden van de chauffeur nog een bedrag aangevuld. Dat leidde dus niet tot een dank je wel of zelfs maar een lachje. Harken! De dag is verder prima geëindigd. Een paar mensen gingen in het duin slapen. Met een biertje op lukt dat prima en dan voel je de torren niet zo over je gezicht lopen. In de tent naast de mijne heb ik met een handdoek een schorpioen verwijderd die enig ophef aldaar had veroorzaakt. Na hem of haar gemaand te hebben toch vooral niet terug te komen, is hij/zij op het veld voor de tenten vrijgelaten. Lekker buiten op een matras voor de tent geslapen. Eerst sterren, om een uur of vier hevig onweer en een beetje regen. Terwijl het hier al drie jaar niet geregend zou hebben. Nou, in dat geval had het wel mogen doorzetten.

 

Dag 14, vrijdag 27 maart 2009, Jaisalmer

Geen kamelensafari dus. Maar gewoon met de airconbus terug naar Jaisalmer. Met ons ging iets fout, de vier Amerikanen kregen vanmorgen bij de tent een kopje thee van een knipmessende meneer. Die Amerikanos doen duidelijk iets goeds met het fooienbeleid. Wij kregen wel ontbijt. Net als altijd; toast, butter and marmalade. De Engelsen zijn hier nog geen moment uit de gedachten geweest. Uurtje rijden. In Jaisalmer beetje rondlopen. Water kopen, wat eten. In een internetcafé op een soort terras gezeten. Leuke eigenaar; sprak paar woorden NL: do you have coffee with milk and sugar? “Het is mookelijk. Nederlandse muziek, doe maar, Anouk”. En een jongetje van een jaar of 12 met grijs blauwe ogen; prachtig knulletje die ons de koffie en thee bracht. Soms zijn mensen te brutaal. Op het lege stoeltje van onze tafel streek een goed verzorgde patjepeejer neer. Hij moest weten waar we vandaan kwamen, wat we deden en hoe we heetten. Ik beantwoordde met dezelfde wedervragen. Het leek hem niet te deren dat hij geen antwoord kreeg. Hij was netjes getrouwd, kindertjes en een textielshop. Omdat een van onze NL tafelgenoten binnenkort ging samenwonen en dat nog wel ongehuwd, kwam het gesprek op dat soort waarden en normen. Nee, in India was sex beperkt tot het huwelijk. Dus niet daarvoor. Maar hoe zat het dan met de jeuk? O, dat was geen probleem want dan nam je iemand van een lagere kaste en als je geluk had hoefde je daar nog geen 500 roepies (ca. 7 euro) voor te betalen. Over normen en waarden gesproken.

 

Dag 15, zaterdag 28 maart 2009, van Jaisalmer naar Jodhpur   en verder naar Vadodara.      

Prima in slaap gekomen onder de sterren. Wakker worden onder een grijze hemel. In de loop van de nacht zelfs een deken over me heen getrokken. Misschien wel goed als het niet de hele dag bloedheet is. Rustig ontbeten en dan gewoon met de bus terug naar Jaisalmer. Onderweg gegeten in de tuin van een wegrestaurant. Daar was in ieder geval entertainment geregeld; een losgebroken paard die aan tafel om roti kwam bedelen. Ik heb hem gegeven waar hij om vroeg en daarna naar de volgende tafel geleid. Het personeel raakte tamelijk in paniek terwijl het paard alleen maar wat hapjes wilde. Uiteindelijk kwam de paardenman die het hongerige dier met wat roti's meelokte. Na afscheid van de chauffeur en zijn assistent naar het station. De trein stond er al; compleet met opgeplakte lijst met alle namen en plaatsnummers. Zelfde soort trein als ik eerder van Jaipur naar Jodhpur had. Veel ruimte en te grote airco capaciteit. Enfin, twee lakentjes, een kussen en een deken waren inclusief.

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                    

Dag 16, zondag 29 maart 2009, Varodara.           

Om vijf uur wakker want de trein komt om half zes aan in Vadodara. Plassen en inpakken. De WC is voor Indiase begrippen keurig. Een roestvrijstalen hurktoilet compleet met spoelhendel en waterkannetje om de resten af te spoelen. Is wel de nodige handigheid voor nodig. Boven aan het plafond een voortdurend draaiende fan. Volgens mij niet om te koelen maar om de pislucht op de grond te houden. Aan de binnenzijde kan de deur met drie knippen op slot. Alles wat het niet goed meer doet wordt niet altijd gerepareerd maar er wordt een ander, het liefst afwijkend, exemplaar bijgeplaatst. Dus drie matig functionerende knippen op de deur. In Vadodara ontbijt en kamers in het viersterrenhotel Express. Veel te luxe maar kennelijk in de aanbieding. Even opfrissen en dan op weg naar de Sardar Sarovar dam in de Narmada rivier. Hele lange rit over een smalle weg. Het landschap veranderd in vlak naar heuvelend. We passeren een in de diepte liggende rivier met watervallen. De bus stopt, rijdt achteruit en we kunnen uit de raampjes naar de onder ons liggende schoonheid genieten; take picture. Daarom hou ik dus zo van groepsreizen! De dam lag er mooi bij. Die moest hoger; van 122 meter 146 meter. Dat is niet prettig voor de mensen die in het meer voor de dam boven die 122 meter wonen. En die deden daar dus moeilijk over. En gelijk hebben ze! En nu is de bouw stilgelegd en gaat het Supreme Court een uitspraak doen. Terug naar het hotel. Biertje? Vergeet het maar want deze staat is droog gelegd. In de hal van het hotel is een uitgebreide drankwinkel. Maar daar kun je alleen wat kopen als je een vergunning had. Die vergunning kreeg je alleen als je er een week verbleef en gaf dan recht op het kopen van 15 flesjes bier. Maar voor geld is hier alles te regelen. Voor een redelijk bedrag bracht een personeelslid onder zijn jasje een fles wodka naar boven. Restte ons nog het bestellen van jus d'orange. Maar daar heb je geen vergunning voor nodig.                       

 

Dag 17, maandag 30 maart 2009, Varodara en op weg naar Mumbai.

Een hele dag niets. Pas in de avond zullen we met de trein naar Mumbai reizen. Maar eerst heet, stoffig en eerlijk gezegd saai. Met zijn drieën rondlopen in een half lege mall. Is dit de recessie of was het altijd al zo? In de computershop wacht een legertje verkopers ons op. Iemand komt aanlopen met glaasjes water. Wij vergelijken prijzen en zijn druk met het omrekenen van rupies naar euries. We worden niet opgewonden van de resultaten. Er is in Vadodara weinig te zien. Mijn in Jaipur nieuw verkregen knipmes slachten wij gezamenlijk een watermeloen en eten die onder het waakzaam oog van een eenzame koe en de meloenenverkoper. Koe blij want zij krijgt de schillen, verkoper blij want die kreeg de rupies en wij blij want het is lekker. Mijn collega Fred is vandaag naar de dierentuin. De rest loopt net als wij wat rond. En dat nog de rest van de middag want het hotel moesten we al opgeven. Dus nog heel wat zitten, praten, eten en drinken. Voor het vertrek verzamelen voor het hotel en eten in een Italiaans restaurant dat te klein is maar wel blij met onze omzet. De laatste maaltijd arriveert ongeveer anderhalf uur nadat de eerste werd geserveerd. Maar dat is niet erg. We hebben de tijd. Met de gids op weg naar het station. Foute kant van het station en een flinke wandeling. Ik help de gids maar wat want de arme vrouw is kennelijk niet zo vaak op stations geweest. Ik laat haar zien hoe je weet welk perron je moet zijn, hoe je het juiste rijtuig vindt en waar de uitgeprinte lijsten met passagiers hangen. Als de trein binnenkomt moet ik mij haasten om de groep te halen want niemand neemt zijn mobieltje op. Is ook wel erg veel herrie. De trein is, alweer, prima. We zijn een half uur te vroeg in Mumbai central station.                                                                                                                                                                                                        

Dag 18, dinsdag 31 maart 2009, Mumbai.     

Het is gebeurd. Ik ben het. Verliefd. Op een oudere en wat slonzige dame. Vroeger heette ze Bombay, op leeftijd is zij zichzelf Mumbai gaan noemen. Ik weet niet of het door haar komt dat ik haar zo bijzonder vind of omdat haar voorgangsters zo gemiddeld waren. Het maakt mij niet uit. Ze rukt een tikkie, zweet voortdurend en is overweldigend om je heen. Ons hotel staat in de oude wijk Colaba. Statige koloniale appatementsgebouwen met balkonnetjes en dakterrassen. Daar zaten vroeger de Britse ambtenaren puffend en steunend van hun whiskey te sippen. Of thee met teveel melk en suiker te drinken. Net als thuis. Ze hebben school gemaakt; de nationale drank hier is chai, thee met teveel melk en suiker. De wegen worden omarmd door bladerrijke bomen en schuin voor het hotel is een parkje. Ik loop met Fred het parkje in. Op een bank zitten vijf grijze dames, in Europese kleding. Good morning ladies, god morning sir! Alleen de gekleurde gezichtjes herinneren mij er aan dat ik niet ergens in Londen loop. Verder langs de boulevard. Jachtjes, vissersboten en zeeschepen die op de rede liggen. Een verkoper wil mij voor 200 rupies een kaart van Mumbai verkopen. Inmiddels weet ik dat vrijwel op alles een prijs staat. Ik draai de kaart om en zie dat de prijs is weggekrast. Ik wijs hem er op. That was old price sir. Now there is new price. Ik geef hem terug dat ik een old man ben en dus recht heb op de old price. Hij kan het zeer waarderen. Ze houden hier kennelijk wel van een geintje. We lopen verder, langs het Taj Mahal hotel dat nog niet zo lang geleden het decor van een gruwelijk drama was, naar de gateway to India, een poort waardoor je India vanaf zee “binnen” komt. Hier vandaan vertrekken de boten naar elephant island. Daar zijn geen olifanten maar wel grotten en stenen olifanten. Ik besluit niet te gaan. De boottocht is leuk naar mij later wordt verteld maar het eiland is niet echt opwindend. Ik blijf maar in Mumbai, dat overigens ook op een eiland ligt. De nachten zijn hier zwoel en het eten duidelijk beter. Het hotel eigenlijk veel te luxe maar wij schikken ons.In de morgen hebben wij bezoek van en mevrouw die namens een aktiegroepering met ons komt discussiëren over ook de nadelen voor mens en natuur van de dam die wij hebben bezocht. Die andere kant schetst het lot van de mensen die verplaatst worden en nooit meer in hun oude ritme komen en in belangrijke mate nu de sloppenwijken bevolken. De gevolgen van irrigatie voor de bodem; dichtgeslagen grond door een teveel aan water, verzilting door inbrengen van al van mineralen verzadigd rivierwater, dichtslibbende stuwmeren waardoor binnen 50 jaar weer een nieuwe dam noodzakelijk wordt. De dame doet het voortreffelijk en zou zo mee kunnen komen om college te geven. Haar tekefoon blift aan want haar moeder is er slecht aan toe. Je ziet haar schrikken als de telefoon gaat. Ik weet niet of zij goed of slecht bericht krijgt; dat vraag je niet. Daarna met de hele groep naar IIT, waar we gisteren ook al waren. Ik ben later omdat ik In de middag met Menno en Edwin met de taxi naar IIT Mubai, een technische universiteit waar wij contacten willen gaan leggen voor een eventuele uitwisseling. Prachtige campus waar ook iedereen woont; studenten en docenten. Makkelijk is het niet om hier te mogen studeren. De decaan internationale zaken legt ons uit dat jaarlijks zich 400.000 studenten aanmelden maar dat slechts 5000 uitverkoren zijn. Geld van paps speelt daarbij geen rol. Ik heb de indruk dat de lat hier behoorlijk hoog ligt. Alle onderwijs is Engels en op de campus wordt onderling uitsluitend Engels gesproken.

 

Dag 19, woensdag 1 april 2009, Mumbai.

In de morgen hebben wij bezoek van en mevrouw die namens een actiegroepering met ons komt discussiëren over ook de nadelen voor mens en natuur van de dam die wij hebben bezocht. Die andere kant schetst het lot van de mensen die verplaatst worden en nooit meer in hun oude ritme komen en in belangrijke mate nu de sloppenwijken bevolken. De gevolgen van irrigatie voor de bodem; dichtgeslagen grond door een teveel aan water, verzilting door inbrengen van al van mineralen verzadigd rivierwater, dichtslibbende stuwmeren waardoor binnen 50 jaar weer een nieuwe dam noodzakelijk wordt. De dame doet het voortreffelijk en zou zo mee kunnen komen om college te geven. Haar telefoon blift aan want haar moeder is er slecht aan toe. Je ziet haar schrikken als de telefoon gaat. Ik weet niet of zij goed of slecht bericht krijgt; dat vraag je niet.In de middag gaan we op weg naar een sloppenwijk waar de helden uit Holland gaan kijken of het geld dat bij een benefiet diner is opgehaald, goed wordt besteed aan het slaan van twee waterputten. Ik heb geen goede zin. Mensen kijken vind ik heerlijk maar een sloppenwijk bevalt mij niet. Geld voor een waterpomp is prima maar ik ben niet blij met een heldenonthaal omdat we zoveel goed hebben gedaan. Maar ik ga mee. Ik blijf een beetje op de achtergrond en hoor daardoor de ongetwijfeld bevlogen toespraken niet. De boormachine is er wel maar staat alleen te staan. Nu is het tijd om een plaquette in te metselen waarin de weldoenders uit Eindhoven worden genoemd. Wel in de tweede plaats, god wordt eerst genoemd. Die heeft ons per slot van rekening daar gebracht nietwaar? Het toegestroomde dorpsvolk wordt vervolgens naar achteren gedreven want van de weldoeners moet een groepsfoto gemaakt worden. Ik sta daar niet op; ik heb mij met de bewoners mee naar achteren laten drijven. In de bus op de terugweg een discussie. Het viel allemaal best mee, de mensen zagen er schoon uit, in een krotje stond een TV en er was hier en dar zelfs (illegale?) elektriciteit. Hadden zij die pompen dan misschien toch niet verdiend? De teleurstelling dat het niet erg genoeg was, die steekt mij. Hoewel ik mij niet in de discussie had willen mengen, doe ik dat toch. Het lijkt praten voor een lege kerk. Ik ben blij als een studente zegt dat ze zich ongemakkelijk heeft gevoeld; aapjes kijken vond ze het.   

 

Dag 20, donderdag 2 april 2009, van Mumbai naar Pune.  

Daarna met de hele groep naar IIT, waar we gisteren ook al waren. Ik ben later omdat ik nog even bij een studente blijf die behoorlijk ziek is en nog even een paar uurtjes moet blijven liggen. Om 12 uur nemen we een taxi naar IIT. De chauffeur spreekt geen woord Engels en is bovendien geen held in het vinden van de juiste weg. Ik probeer hem aan de hand van de kaart te corrigeren maar er gebeurt niets. Soms stopt hij om iemand de weg te vragen. Uiteindelijk kan ik hem de poort van IIT wijzen. Maar ook op de campus slaagt hij er in de weg kwijt te raken. Ik gebaar dan dat hij moet stoppen en vraag een student of die in het hindi de chauffeur uitlegt hoe waar en waartoe. Uiteindelijk slaagt de missie dan toch en kan ik aanschuiven aan een rijke lunch in het guesthouse van ITT. Mooie dames aan mijn tafel. Aantal NL studenten duidelijk onder de indruk en meer. De dames zijn heel verbaasd, verrast en wat jaloers op de omgang tussen teachers and students. De mooiste vertelt mij ”oh, you are so cute”. Ik houd het maar op een compliment. Dan op weg naar Pune (Poena) voor het bezoek aan Tata motors. De temperatuur loopt op. In het wegrestaurant waar we wat te drinken kopen zal het zeker rond de 40 graden zijn geweest. De tocht is mooi; bergen, tunnels en vergezichten. We rijden Pune in. Voor de ouderen onder ons nog bekend van de Baghwan. De in rode gewaden verpakte Swami's zoals Ramses Shaffy, die zich tegoed mochten doen aan allerlei aardse geneugten en wisselende contacten, zijn nu uit ons straatbeeld verdwenen.                                                                                                    

Dag 21, vrijdag 3 april 2009, en weer terug naar Mumbai.

Vandaag excursie naar Tata Motors. Op dit moment al de vijfde autoproducent van de wereld en ze zetten in op de derde plaats. Tata is een groot concern; auto's, banken, telecom, hotels, staalfabrieken, waaronder Hoogovens in Nl, etc. Tata is de laatste tijd in Europa in het nieuws geweest door de lancering van de Nano, een auto die minder dan 2000 euro gaat kosten. Hoewel we dat graag gewild zouden hebben, krijgen we weinig Nano te zien. Afgezien dan van een aantal exemplaren op het terrein en op de testbaan. Wel een gelikte ontvangst met voordrachten en promotiefilms. Het gaat daarbij zeker niet alleen over personen auto's maar vooral over bedrijfsvoertuigen en nieuwe ontwikkelingen. De presenterende heren zijn goed. Met speciaal voor dat doel ingerichte personenbusjes rijden we fabriekshal in, fabriekshal uit. Opleiding, plaatwerkerij, assenfabriek, motorenfabriel, versnellingsbakkenfabriek, assemblage, afwerking. Tata zegt veel werk te maken van menselijke waarden. Ze zijn in ieder geval tot beste werkgever in India bevorderd. De bedrijfsschool leidt ongeschoolden op tot machine bankwerker, plaatwerker, elektricien, lasser en automonteur. Sommigen gaan werken in de fabriek zelf, anderen worden opgeleid om als monteur te werken bij een van de talloze dealers en servicepunten van Tata. We mochten geen foto's maken. Jammer want vooral het opleidingscentrum was voor mij heel bijzonder. Alsof ik terug was in de bedrijfsvakschool van mijn vader in Balikpapan.                                                                                                                                                           

 

Dag 22, zaterdag 4 april 2009, Mumbai.

Color      :     Kingfisher red

Autor      :     Wim

 

Vandaag het Kingfisher festival, te organiseren door Steven en mij. Ter afsluiting van de studiereis even goed stappen en doorzakken. Ondersteund door Sze Ho en Bart een lijstje met geselecteerde kroegen op geschiktheid onderzocht. Een loodzware tocht omdat zowel de geschikte als de ongeschikte kroegen aan een smaaktest van het te schenken Kingfisher bier onderworpen moesten worden. Criteria: locatie, uitstraling, bierprijs, muziek. Verder gewoon ervaringsgevoelens. Veel zich als bar presenterende etablissementen bleken gewoon eethuizen te zijn waar je ook een flesje bier kon kopen. En dat was de bedoeling niet. Drank hoort te stromen en een Kingfisher festival is een zuiver gebeuren waar vette happen niet bij passen. Fris en cocktails zijn dan al een beetje vloeken in de kerk. Uiteindelijk wees de deskundige jury de sport bar express aan als gelukkige winnaar. Omdat die reeds om 01:00 de deuren zou sluiten moest er nog een vervolgbar/club gevonden worden. Niet gemakkelijk, in Mumbai willen ze vroeg op stok. Zelfs in de bar van het Taj Mahal hotel geweest. Te duur. Het in een folder aangeprezen China House bleek zich te bevinden in het Grand Hyatt. Ook geen optie. Dus dat deel van het programma zat slecht in elkaar. Onze hoop was geheel gevestigd op de sport bar. En dan de feestelijke opening; Steven spreekt het volk toe, staande op een wankele berg straatklinkers. Zijn bergrede is tijdig tot een einde gekomen, althans voordat de berg stenen naar beneden gaat komen. En dan, op weg. Het doel; banken, bar, TV schermen met British Leage, biertap en goede zin. Om 21:00 stroomden de eerste glazen vol en al heel snel weer leeg. En dat herhaalde zich vele vele malen. Indiërs die zich vergaapten aan al die NL dames, Indiërs die er van droomden daar mee te mogen dansen maar niet durfden. De kooi was een blanke enclave. Perfecte muziek. Kortom, het kon niet beter. Wel hebben wij het uitgaansleven behoorlijk verstoord. Na 22:00 uur mocht er geen Indiër meer in; vol! Niet iedereen heeft de vervolg bar gehaald. Wie daar wel was binnengehuppeld, werd daar binnen een half uur door de politie weer uitgeknuppeld. Sluitingstijd is sluitingstijd. De Indiase economie is die nacht veel Kingfishertjes misgelopen. Dom!